(DIKKE)DARMKANKER: PREVENTIE EN KLACHTEN

Dikkedarmkanker en kanker van het rectumis is de tweede belangrijkste doodsoorzaak van kanker in Nederland en claimt het leven van ruim 5.000 mensen per jaar. 

Hoe kan ik dikkedarmkanker voorkomen?

Dikkedarm kanker treedt op wanneer de cellen die de dikke darm vormen abnormaal worden, meestal door de groei van een poliep. Deze poliepen kunnen, indien onbehandeld, veranderen in kanker.

Vroege detectie is van vitaal belang voor de preventie van dikkedarmkanker, en screening moet een onderdeel zijn van routinematige zorg. In Nederland loopt er inmiddels een bevolkingsonderzoek vanaf 55 jaar.  Een colonoscopie is in staat om poliepen te detecteren en te verwijderen, waardoor wordt voorkomen dat er zich in de toekomst iets ernstigers kan gaan ontwikkelen.

Kan voeding invloed hebben op mijn risico op dikkedarmkanker?

Wat u eet, kan uw risico beïnvloeden. Probeer waar mogelijk de hoeveelheid verwerkt of rood vlees dat u verbruikt te beperken. Een enkele hamburger of reep bacon is niet het einde van de wereld, maar uit onderzoek is gebleken dat bepaalde chemicaliën en conserveermiddelen in dit vlees kunnen bijdragen aan dikkedarmkanker  - vooral als ze vaak worden gegeten.

Vul in plaats daarvan uw bord met fruit, groenten, vis en volle granen. Deze voedingsmiddelen kunnen het risico op het ontwikkelen van kanker verminderen. 

Op welke symptomen moet ik letten?

Helaas zijn er meestal geen symptomen totdat de ziekte voortschrijdt. Als ze verschijnen, kunnen de volgende symptomen optreden:

• Bloed in de ontlasting, dat misschien niet zichtbaar is voor het blote oog
• Anemie
• Buikpijn
• Misselijkheid en overgeven
• Bekkenpijn
• Gewichtsverlies
• Verandering in stoelganggewoonten (bijvoorbeeld ongebruikelijke diarree en / of constipatie , dunnere ontlasting).

Hoe weet ik welke screening op dikkedarmkanker geschikt is voor mij? 

Zoals in een ander artikel op deze site al aangeven is er een reeks screeningopties beschikbaar. Deze omvatten:

·        Colonoscopie : een arts gebruikt een lange scoop met een camera om uw dikke darm op poliepen te inspecteren

·        Verschillende ontlastingstests : de meeste testen uw ontlasting op bloed

·        Virtuele colonoscopie : dit is een CT-scan van uw dikke darm die controleert op poliepen

Elke screening heeft risico's en voordelen. Het mooiste is een colonoscopie bij ‘gezonde’ mensen vanaf 50-jarige leeftijd. Als er niets abnormaals wordt gevonden, hebt u waarschijnlijk de volgende 10 jaar geen nieuwe screening meer nodig.

Een groot voordeel van een colonoscopie is dat als er poliepen worden gevonden, deze tegelijkertijd kunnen worden verwijderd. Er is geen aanvullende procedure nodig. Uw huisarts kan met u de opties voor dikkedarmkanker die momenteel beschikbaar zijn, met u bespreken.

Wat is de voorbereiding voor een colonoscopie? 

De dag vóór uw colonoscopie moet u uw dieet beperken.  U drinkt een vloeistof die de darmen helpt schoon te maken. Het preproces voor de colonoscopie kan onaangenaam zijn. Het kan zelfs langer duren dan de colonoscopie zelf.

Maar het is belangrijk. Het opvolgen van alle voorbereidingsinstructies door uw arts zal ervoor zorgen dat hij of zij uw dikkedarm duidelijk kan zien, wat dan helpt om iets abnormaals op te sporen.

Zijn er andere manieren om darmkanker te voorkomen?

Het krijgen van een dikkedarmkankeronderzoek is de meest effectieve manier om dikkedarmkanker te voorkomen. Bovendien hebben onderzoeken aangetoond dat een dieet en juiste levensstijl risico op darmkanker kunnen verlagen:

·        Eet veel fruit en groenten

·        Eet regelmatig yoghurt

·        Vermijd of beperk rood vlees

·        Oefen regelmatig (voldoende beweging)

Is darmkanker genetisch bepaald?

Bij circa 20 procent van de dikkedarmkanker is er een erfelijke link. Als iemand in uw familie is gediagnosticeerd met darmkanker (vooral op jonge leeftijd), moet u dit aan uw arts vertellen.

Hij of zij wil u misschien beter in de gaten houden vanwege uwe familiegeschiedenis. Dat zou een regelmatig onderzoek van darmkanker kunnen inhouden om de ziekte vroeg op te sporen.